Wat als Marijke Callebaut een Zweedse was geweest?
Onbemind in eigen land, maar...
Ze hoeven haar naam niet te scanderen in volle stadions. Ze zal er niet om malen. Marijke Callebaut weet wat ze waard is. Ze heeft het mogen horen in een buitenlandse taal, waar ze haar wel zagen. Waar ze haar spel niet vergeleken met anderen, maar op zichzelf beoordeelden.
In België bleef ze jarenlang onder de radar. Geen grote interviews, geen heldenstatus. Terwijl ze intussen titels speelde in Stockholm. Terwijl ze de Damallsvenskan als haar thuis begon te beschouwen. Terwijl Zweedse coaches fluisterden dat het nationale team misschien wel iets gemist had.
Onbemind in eigen land. Maar wél erkend in het noorden.
Zoals Luc Nilis met zijn fluwelen trap het publiek van PSV liet dromen, zo bracht Marijke rust in de verdediging van Hammarby en Djurgardens. Geen spektakel. Geen quotes voor de krant. Alleen de stilte van correct positioneren. De eenvoud van goed voetballen.
Ze keerde terug, op haar eigen ritme. Anderlecht. Club Brugge. En weer Aalst. Niet als verloren dochter, maar als iemand die altijd al wist wat ze in huis had.
Als je goed luisterde, hoorde je het soms: “Amai, die Marijke, dat is er toch eentje die we eigenlijk meer hadden moeten koesteren.”
Te laat. Maar nooit te laat om haar verhaal te vertellen.
Het is 2003. In de verte klinkt het refrein van ABBA’s The Winner Takes It All, maar deze keer wint Duitsland, niet Zweden. Niet Hanna. Niet Marijke. De golden goal voelt als een stomp in de maag van een generatie speelsters die recht had op meer.
Marijke Callebaut zit op de bank bij Djurgårdens IF. Ze is geen toerist meer in het Zweedse voetbal. Ze is een vaste waarde. Ze kent het ritme van de Damallsvenskan, de grillen van het kunstgras, de geur van koffie in de kleedkamers van Hammarby. Ze heeft zich aangepast, ingeburgerd, ingeworteld in het noorden. Maar haar paspoort blijft Belgisch.
En toen stond het daar. In een Zweeds artikel, ergens tussen de regels van een seizoensbeschouwing.
"Als Marijke Callebaut een Zweedse was geweest..."
Zes woorden, geen punt. Alleen een open deur naar wat had kunnen zijn.
Als Marijke Callebaut een Zweedse was geweest, had ze misschien die zomer opgeroepen geweest voor de nationale ploeg. Zij aan zij met Victoria Svensson, Hanna Ljungberg, Malin Moström. Geen truitje van Blågult, maar ze had er perfect tussen gepast.
Ze had gestaan in het rijtje tijdens het volkslied, handen op elkaars schouders, klaar om geschiedenis te schrijven. Ze had misschien een voorassist gegeven tegen Canada. Een perfecte tackle tegen de Verenigde Staten. Of het hoofd koel gehouden in een allesbepalende penaltyreeks.
Ze had misschien gehuild met Hanna in het gras van het Home Depot Center in Los Angeles. Niet als buitenstaander, maar als teamgenote.
Maar ze was geen Zweedse. Ze was een Aalsterse. Van Eendracht, van inzet, van omwegen. Van pionieren in IJsland, studeren in de VS, werken in stilte.
En toch. In een tijd zonder YouTube-compilaties en Instagram-volgers was Marijke Callebaut een van die speelsters die respect afdwong op basis van présence, inzicht en betrouwbaarheid. Iemand waar je op kon rekenen. Iemand die het spel begreep.
Dus als Marijke Callebaut een Zweedse was geweest?
Misschien was ze dan wereldkampioene geworden.
Maar misschien – heel misschien – had Zweden dan net dat tikkeltje meer gehad om wél te winnen.
Want Marijke Callebaut, die kon je er altijd bij hebben.
Zelfs als het alleen maar in een gedachte-experiment is.
Reacties
Een reactie posten